Een kind kan verschillende soorten communicatieve functies uitdrukken. Zo kan het bijvoorbeeld reageren op een poging tot contact maken, het kan zelf contact zoeken, en contact behouden. Ook kan het kind proberen duidelijk te maken iets van de ander te willen, of juist te weigeren. Het kind kan gevoelens uitdrukken, het kan iets vertellen over de dingen die om hem of haar heen gebeuren, of daar iets over vragen.
Voor deze vormen van communicaties zijn een aantal basisvoorwaarden, die de communicatie vergemakkelijken:
- Oogcontact
- Beurtgedrag
- Imitatie
- Concentratie/aandacht
- Luisterhouding
Oogcontact
Oogcontact is een van de belangrijkste voorwaarden om ervoor te zorgen dat de communicatie soepel verloopt. Door iemand aan te kijken kun je duidelijk maken dat je aandacht hebt voor de ander. Sommige kinderen hebben moeite met het maken of houden van oogcontact.
Beurtgedrag
Het nemen en geven van een beurt is iets wat een kind eerst moet leren. Dit geldt ook voor het spreken, het kind moet begrijpen dat het eerst de beurt van de een is om te spreken, en dat er vervolgens een reactie wordt verwacht van de ander.
Imitatie
Kinderen leren ontzettend veel door de imiteren. Zo is het ook met taal en communiceren. Het kind leert door wat het ziet in de omgeving, dat na te doen en zich eigen te maken.
Concentratie/aandacht
Een andere belangrijke voorwaarde voor communicatie is gedeelde aandacht. Door samen op hetzelfde onderwerp gefocust te zijn, kun je het kind over het onderwerp meer leren.
Luisterhouding
Een goede luisterhouding is ook van belang om goed taal te kunnen leren. Niet alle kinderen zijn uit zichzelf alert op taal en geluiden om hen heen.
Logopedie
De logopedist werkt spelenderwijs aan het verbeteren van de communicatieve voorwaarden.
(bron: Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie)